Nieuwe wet vaste huurcontracten zorgt voor veranderingen en onzekerheid

De Tweede Kamer heeft ingestemd met de wet vaste huurcontracten, waarbij het verhuren van woonruimte voor bepaalde tijd aan banden wordt gelegd. De wet heeft als doel om excessen op de huurmarkt aan te pakken. Naar verwachting zal de Eerste Kamer ook instemmen met het wetsvoorstel, waardoor de wet naar verwachting eind 2023 of begin 2024 van kracht zal zijn.
Voorheen:
Voorheen was het mogelijk om zelfstandige woonruimte voor maximaal twee jaar en onzelfstandige woonruimte voor maximaal vijf jaar te verhuren. Huurders hadden het recht om de huurovereenkomst tussentijds op te zeggen, en verhuurders moesten de huurder minimaal één en maximaal drie maanden voor het einde van de bepaalde tijd schriftelijk informeren over het einde van de huur. Verlenging van het contract was niet toegestaan.
Na invoering:
Na de invoering van de wet vaste huurcontracten zullen er nog vier mogelijkheden zijn voor tijdelijke verhuur van woonruimte: verhuur op basis van de Leegstandswet, verhuur op basis van een doelgroepencontract, tijdelijke verhuur bij afwezigheid van de verhuurder (diplomatenclausule), en verhuur naar zijn aard slechts van korte duur. Deze vormen van tijdelijke verhuur hebben elk hun eigen voorwaarden en regels.
Gevolgen:
De wet zal gevolgen hebben voor verhuurders, aangezien de generieke mogelijkheden voor tijdelijke verhuur beperkt worden. Hoewel er nog steeds situaties zijn waarin tijdelijke verhuur mogelijk blijft, zal het voor verhuurders minder zekerheid bieden dan het huidige stelsel. Er zal een herbezinning plaatsvinden op de mogelijkheden van tijdelijke verhuur en modelovereenkomsten, zoals die van de Raad voor Onroerende Zaken (ROZ), moeten worden aangepast.
Bron: Elout Korevaar, huurrechtadvocaat bij Weebers Vastgoed Advocaten
